De 9e etappe van de Tour gaat in 154 kilometer van Pau naar Laruns. In de tweede Pyreneeën heeft een aantal serieuze beklimming, maar echt hoog gaan we niet (ca. 1500 meter).
Na een relatief vlakke aanloop moeten de renners na 50 kilometer echt gaan opletten bij het aansnijden van de Col de La Hourcère. Deze klim is 11,1 kilometer lang en heeft een gemiddeld stijgingspercentage van 8,8%. Na de top gaat het even naar beneden, maar het mag eigenlijk geen naam hebben, want al snel verschijnt de Col de Soudet. Uiteraard zijn de renners al op hoogte, dus erg lang is de klim niet: 3,8 kilometer. De stijging mag er daarentegen zijn: gemiddeld 8,5%.
Pas na de Soudet begint de afdaling echt. In een slordige 20 kilometer rijden de renners naar het plaatsje Arette. Een heuvelzone voert ons vervolgens naar de slotklim, de Col de Marie Blanque (7,7 kilometer à 8,6%). Na een afdaling van ongeveer 12 kilometer loopt de weg de laatste 6 kilometer ligt op richt de finshlijn in Laruns.