<p>In de 9e etappe van de Tour de France krijgen de renners een stevig bergmaal in de Jura voorgeschoteld. Onderweg ronden ze vier cols, waarna de aankomst bergaf in Chambéry is. </p> <p>Dat je niet per se in het hooggebergte van de Alpen moet zijn voor een afmattende klimrit weten de coureurs nog wel van de 15e etappe van de vorige Tour. Jarlinson Pantano ging er toen met de buit vandoor. Niet zo zeer omdat hij de beste klimmer was, hij was de beste daler. En doordat de aankomst bergaf lag, klopte hij na een spervuur aan beklimmingen in de Jura bergkoning Rafal Majka.</p> <p>De Grand Colombier was in die rit draaipunt en ook in de 9e etappe van de Tour de France van 2017 duikt de klim op. De berg wordt vanaf de zwaarste kant genomen en dat betekent maxima van 22%. Ook de Col de la Biche en de Mont du Chat staan op het ‘Menu du Jour’.</p> <p>Het begint relatief eenvoudig, zo lijkt het, als de renners direct uit de start de Côte des Neyrolles op rijden. Die klim 3,2 kilometer lang en stijgt over die afstand met 7,2%. Goed te doen, zou je zeggen, maar er zit een adder onder het gras. Een hele dikke. Een hele giftige ook.</p> <p>Eenmaal boven stijgt de weg gewoon door. Ligt de Neyrolles op 825 meter, na die ‘top’ voert de route zonder afdaling door naar de Col de Bérentin en die ligt op 1.144 meter. Een gemiddelde stijging van 4,25%. Ook nu geen afdaling trouwens, maar een vals plat. Pas als de renners na 16,5 kilometer de Col de Cuvery hebben aangetikt, worden ze beloond met een afdaling.</p> <p>Dat is dan nog maar het begin. De in de Tour debuterende Col de la Biche doet na een slordige 50 kilometer van zich spreken. Het is een klauterpartij van 10,5 kilometer à 9% met op de top ook een kleine verrassing. Na een korte afdaling gaat het nog eens 1 kilometer met 3,5% omhoog.</p>