De 15e etappe van de Tour de France van 2017 beslaat een heuvelachtig parcours van 189 kilometer tussen Laissac-Sévérac l'Église en Le Puy-en-Velay. Een dag voor aanvallers, die hopen hier in het Centraal Massief weg te kunnen blijven uit de greep van het peloton.
Vraag aan de gemiddelde Fransman waar Laissac-Sévérac l’Église ligt en hij zal zijn schouders ophalen. Met slechts 400 inwoners is dit bijna geen dorpje meer te noemen, eerder een gehucht. Toch mogen de bewoners de Tourkaravaan verwelkomen, iets wat veel grotere dorpen nooit is gelukt.
Vanuit Laissac-Sévérac l’Église vertrekt het peloton richting het noordoosten, naar het Centraal Massief. Echt lastig zijn de heuvels die de renners daar moeten bedwingen niet.
Dat wordt anders als ze richting de meet komen. Op circa 40 kilometer voor de finish beginnen ze aan de klim naar de top van de Col de Peyra Taillade: 8,3 kilometer à 7,4%. De eerste 4 kilometer zijn nog goed te doen met een gemiddelde stijging van iets boven de 6%. Daarna volgen de steilste stroken, met een stuk van 14% als hoogtepunt. In de laatste kilometers vlakt de klim weer wat af.
Na het ronden van de top gaat het parcours geleidelijk naar beneden richting Le Puy-en-Velay. Een stadje dat wordt gedomineerd door een groot rood Mariabeeld op een berg, een kapel op een hoge rots, én de kathedraal. Erg fraai, maar voor al deze monumenten hebben de renners vast geen oog als ze in de straten van Le Puy-en-Velay strijden om de opvolging van Giuseppe Guerini. De Italiaan was in 2005 de laatste winnaar in de pelgrimsplaats. Ook in 1954 (Dominique Forlini) en 1996 (Pascal Richard) kwam de Tour hier aan.
Aan de meet zijn er 10, 6 en 4 seconden te verdienen voor de eerste drie renners.