<p>De 8e etappe van de Tour de France is een zware bergrit die de renners meeneemt de Pyreneeën in. Na een pittige beproeving van 183 kilometer ligt de finish in Bagnères-de-Luchon, het fameuze kuuroord dat ook wel de naam ‘Koningin der Pyreneeën’ draagt.</p><p>De aanloop van de etappe is rustig. De beruchte Col de Tourmalet wordt pas na 86 kilometer gerond. Vorig jaar zat de berg in de 11e etappe (winst Majka), maar deze keer wordt hij vanaf de andere kant genomen. Zo is de klim 16,8 kilometer lang, heeft hij een gemiddeld stijgingspercentage van 7,7% en een maximale stijging van 11,6%.</p><p>Na een afdaling die vrijwel even lang is als de bestijging volgt direct de 22 kilometer lange Hourquette d’Ancizan. Deze is goed voor een gemiddelde hellingshoek van 4% en heeft steilste secties van 12,2%. De berg wordt voor het eerst in de Tourgeschiedenis vanaf de westkant genomen.</p><p>De Col de Val Louron is het volgende obstakel – 7,4 kilometer tegen 8,3% met steilste stroken van 13%. </p><p>In de genoemde rit zat ook de Col de Peyresourde, evenals nu. Na 18 kilometer klimmen tegen een gemiddelde van 4,9% en een maximale stijgingsgraad van 11,7% bereiken de renners de top op 14,5 kilometer van de meet. De rest van de rit is voornamelijk in dalende lijn.</p>