De Giro d'Italia trapt in 2023 af met individuele tijdrit van 18,4 kilometer. De route voert van Fossacesia naar Ortona en is, op de laatste 1,2 kilometer na, vrijwel helemaal vlak. Het slotklimmetje gaat met 5,3% omhoog.
Het parcours voert bijna helemaal over een zogenaamde Via Verde. Wat een tot fietspad omgebouwd treinspoor is. Het maakt deel uit van de Ciclovia Adriatica, een poldervlak pad dat begint in Triëst en langs de Adriatische kust helemaal tot in het diepe zuiden voert. Het is totaal ruim 1300 kilometer lang.
De renners doen dus maar een fractie, maar het is wel een fraai stuk. Het deel door de Abruzzen heet de Via Verde della Costa dei trabocchi. Trabocchi zijn houten visinstallaties die in dit deel van Italië voor de kust liggen.
Het parcours is redelijk overzichtelijk. In een rechte lijn fietsen de coureurs langs de zee van Fossacesia Marina naar Ortona. Daar verlaten ze het fietspad om in 1,2 kilometer tegen 5,3% naar het Castello Aragonese te klimmen. Er liggen twee tussentijdse meetpunten in de route – na 10,5 en na 15,8 kilometer.
Vorig jaar serveerde de Giro op de tweede dag een vergelijke tijdrit. Alleen was die ongeveer de helft zo lang. Simon Yates was verrassend de snelste, voor Mathieu van der Poel en Tom Dumoulin.
***** | Remco Evenepoel (Soudal - Quick Step); Filippo Ganna (INEOS Grenadiers); |